Er was eens een boer die drie zonen had van wie hij veel hield. Hij werd echter wat ouder en moest beslissen welke van zijn zoons het land en alle bezittingen zou erven. De boer besloot om alle drie zijn zoons dezelfde kans te geven en nam ze mee naar zijn akker. Daar vertellende hij zijn zoons dat degene die aan de andere kant van het akker zou komen via de meeste rechte lijn het bedrijf zou erven. De oudste zoon mocht beginnen. Hij begon te lopen, keek zo nu en dan om en stuurde bij. De tweede zoon zag dat en besloot achterstevoren te lopen. De derde zoon nam een boom aan de horizon in het vizier en liep er recht op af. Hij won.